Algemeen
Zeer kleine eencellige organismen
Omvang: meestal van de orde van een micron (een miljoenste meter). (figuur 1)
Bacteriën vermenigvuldigen zich normaal door gewone celdeling (tot 1 deling in 20 minuten). Sommige bacteriën kunnen sporen vormen. Dit zijn meestal zeer resistente rustvormen. Bacteriesporen zijn wijd verspreid (op de meeste voorwerpen, in de bodem, in stof en water).
Bacteriën in onze omgeving:
De meeste bacteriën leven vrij in de bodem, in water (figuur 2) en op materialen in ontbinding. Ze halen hun voedsel uit de dode weefsels (saprofytische bacteriën). Meest gebruikte isolatietemperatuur: 25°C.
Bacteriën die in of op levende dieren en planten leven
Sommige zijn onschadelijk (bijvoorbeeld de bacteriën in het spijsverteringsstelsel). Sommige kunnen zeer giftige proteïnen produceren die men toxines noemt. Isolatietemperatuur voor bacteriën die op of in organismen leven: 37°C.
Legionellose
Een geval van besmettelijke kiemen dat te maken heeft met de problematiek van het gebouw
Deze aandoening komt gelukkig weinig voor (2 % van de longaandoeningen buiten de ziekenhuismuren). De mortaliteit is daarentegen relatief hoog (12%). In alle gevallen ligt de besmettingsvector in kleine waterdruppeltjes die ingeademd worden (aërosolen van 5 tot 6 mm). Legionella leeft in waterig milieu. Legionella pneumophila, de soort die legionellose veroorzaakt, ontwikkelt zich tussen 20 en 46°C, met een optimum tussen 30 en 37°C. Deze soort wordt meestal aangetroffen in water van koeltorens en in warm sanitair water (figuur 3). Het klassieke bevochtigingswater met condenswatervergaarbakken is theoretisch ongeschikt voor de ontwikkeling van dit soort bacteriën vanwege de te lage temperatuur (16°C maximum). Nochtans dient men sommige praktijken te vermijden, zoals in de winter 's nachts of tijdens het weekend warmtebatterijen laten werken (tegen vorst) als het systeem stilligt. Deze praktijk doet de watertemperatuur stijgen, wat de ontwikkeling van talrijke micro-organismen bevordert.
Endotoxines
Endotoxines zijn lipopolysacchariden geproduceerd door Gram-negatieve bacteriën. Een te sterke of te lange blootstelling veroorzaakt griepachtige symptomen met algemeen onwel zijn, koorts, rillingen en spierpijn, benauwdheid, fluitende ademhaling en droge hoest. Deze symptomen verdwijnen meestal vrij snel en doen denken aan luchtbevochtigerskoorts (figuur 4).